Statenvertaling
Maar David zeide: Wat heb ik met ulieden te doen, gij zonen van Zerúja! Dat gij mij heden ten satan zoudt zijn? Zou heden iemand gedood worden in Israël? Want weet ik niet, dat ik heden koning geworden ben over Israël?
Herziene Statenvertaling*
Maar David zei: Wat heb ik met u te maken, zonen van Zeruja, dat u mij vandaag tot tegenstander bent? Zou er vandaag iemand in Israël gedood worden? Immers, weet ik niet dat ik vandaag weer koning geworden ben over Israël?
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Maar David zeide: Wat heb ik met u te doen, zonen van Seruja, dat gij thans mijn tegenstanders zijt? Zou heden iemand in Israël ter dood gebracht worden? Ik weet immers, dat ik heden weer koning over Israël ben.
King James Version + Strongnumbers
And David H1732 said, H559 What H4100 have I to do with you, ye sons H1121 of Zeruiah, H6870 that H3588 ye should this day H3117 be H1961 adversaries H7854 unto me? shall there any man H376 be put to death H4191 this day H3117 in Israel? H3478 for H3588 do not H3808 I know H3045 that H3588 I H589 am this day H3117 king H4428 over H5921 Israel? H3478
Updated King James Version
And David said, What have I to do with you, all of you sons of Zeruiah, that all of you should this day be adversaries unto me? shall there any man be put to death this day in Israel? for do not I know that I am this day king over Israel?
Gerelateerde verzen
2 Samuël 3:39 | Lukas 9:54 - Lukas 9:56 | Matthéüs 8:29 | 2 Samuël 16:10 | Jesaja 16:5 | 1 Samuël 26:8 | 1 Samuël 11:13